Van onze vrouw in Den Haag
De laatste tijd heb ik een nieuwe hobby ontwikkeld: ik vind het leuk om historici in het wild te spotten. Een soort vogelaar, maar dan in de concrete jungle die de Haagse postzegel heet. Begin 2015 schreef ik in mijn column Omdenken dat ik optimistisch gestemd ben over de arbeidsmarktkansen van alumni. In het Haagse wordt dit idee alleen maar versterkt: de afgelopen jaren ben ik elke keer blij verrast als ik weer een historicus tegenkom in de directie van een ministerie, als lobbyist of als politicus. Het kan dus, jonge historici maken werk van geschiedenis. En jonge historici worden oude historici die op interessante posities terechtkomen.
Hoe is het dan gesteld met het nieuwe kabinet? De afgelopen weken werden er driftig namen gelekt en ik googlede er even driftig achteraan. Want, hoe zit het met het arbeidsmarktperspectief voor historici op een bepaald bordes? Rutte III laat zien dat je werk kunt maken van geschiedenis. De kans om als historicus in het kabinet te komen, is bijna net zo groot als de kans om als vrouw de hoogste regionen van ons landsbestuur te bereiken.
Leading lady Kajsa Ollongren studeerde eind jaren tachtig aan de Universiteit van Amsterdam en werd daarna niet alleen historica maar ook econoom. Haar profiel op de website van het Montesquieu Instituut laat een flitscarrière in ambtelijk Den Haag zien. Na haar eerste bestuurlijke positie als wethouder in Amsterdam, mag ze nu voor D66 de vicepremier zijn. Leuk historisch weetje: hare excellentie mevrouw Ollongren mag ook aangesproken worden met de titel jonkvrouw.
De minister van Financiën Wopke Hoekstra heeft volgens zijn profiel in de landelijke kranten rechten en geschiedenis gestudeerd aan de Universiteit Leiden. Een snelle Wikipedia zoektocht laat zien dat het in zijn historische carrière bij een propedeuse is gebleven. Als oud-praeses van Minerva en McKinsey consultant is hij de strakke pakken van het ministerie van Financiën wel gewend, maar ik hoop dat hij ook zijn affiniteit met geschiedenis niet zal vergeten. Leuk historisch weetje: de opkomst van Pim Fortuyn was een trigger voor Hoekstra om politiek actief te worden.
En dan twee historici voor wie de schepping even reëel is als de slag bij Waterloo. Bij de ChristenUnie vinden we onze eerste hardcore historicus. Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Paul Blokhuis, studeerde geschiedenis aan de Universiteit Leiden. En combineerde dat niet met rechten, economie of andere flauwekul. Na zijn studie volgde een indrukwekkende carrière in de lokale politiek en mag hij nu zijn meerwaarde als historicus in het Haagse gaan bewijzen. Leuk historisch weetje: Paul Blokhuis is de broer van pophistoricus Leo Blokhuis.
Het onderwijs is in goede handen bij Arie Slob. Hij volgde eerst de lerarenopleiding en studeerde vervolgens nog een jaar geschiedenis in Groningen. Met onduidelijke afloop, maar ook hem schaar ik onder onze nieuwe historische vrienden in het kabinet. Deze minister op Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft jarenlang les gegeven in maatschappijleer en geschiedenis. De afgelopen twee jaar was hij directeur van het Historisch Documentatiecentrum Overijssel. Leuk historisch weetje: in zijn studententijd heeft hij met twee christenkameraden bijbels gesmokkeld naar het communistische Roemenië.
En natuurlijk ook nog een eervolle vermelding voor Mark Rutte zelf. Hij is wel de bekendste historicus-politicus, afkomstig van de Universiteit Leiden. We kunnen alleen maar concluderen: ook in Den Haag geldt het credo #gezochthistoricus. Ik wens de historici in Rutte III veel succes!
Nog een historicus gespot in Rutte III? Laat het me even weten!
Deze column verscheen eerder op de website van Jonge Historici.