Mijn wording tot feminist en liefhebber van de prinsessenfilm vonden in mijn vroege jeugd plaats. Ik had het geluk op te groeien in een gezin waar tradities en conformisme vrijwel afwezig waren. Mijn moeder dopte haar eigen boontjes, had de Opzij op de koffietafel liggen en maakte mij op jonge leeftijd al bewust van de emancipatiestrijd. Elke Kerst dreef ik haar opnieuw tot waanzin door klokslag 16:10 de televisie aan te zetten: Sissi werd uitgezonden en dit moest ik kijken.
Op Eerste Kerstdag was het nog vrij zoet, en ook gelijk problematisch want Sissi trouwt aan het einde van de eerste film met haar volle(!) neef. Op Tweede Kerstdag werd het leuk want dan ging Sissi chillen in Hongarije. Ik genoot het meest van de films als Sissi op het randje van de afgrond balanceerde. Ik hoopte mijn hele jeugd vurig dat Sissi vreemd zou gaan met graaf Andrassy op zijn kasteel in Hongarije. Maar het gebeurde niet. Op Nieuwjaarsdag was het dan tijd voor wat licht drama in Schicksalsjahre einer Kaiserin: Sissi krijgt tuberculose (wat zich manifesteert in wat kuchen en flauwvallen), laat Andrassy achter en komt via een omweg op Madeira terug bij haar prins.
Mijn jongere zelf was ook al bewust van het feit dat het kijken naar deze films eigenlijk echt niet kon. Ik verantwoordde het voor mezelf door meer fan te zijn van de kwaaie schoonmoeder, aartshertogin Sophie (nog steeds het meest geloofwaardige karakter in de hele Sissi-franchise, gespeeld door een superieure Vilma Degischer). Ik bleef de films elke kerst kijken, totdat mijn moeder uit pure wanhoop mij de dvd-box met alle films cadeau deed zodat ik niet meer op de feestdagen hoefde te wachten. Natuurlijk heb ik de trilogie daarna nooit meer gekeken.
Kijken als feminist
Sissi definieerde de feestdagen in mijn jeugd, maar als volwassene distantieerde ik mij steeds meer van heteronormativiteit en Koningshuisliefde. Toen Netflix in 2017 A Christmas Prince online zette, drukte ik echter meteen op Play. Ik voelde wat feministisch schuldgevoel, maar ik kon mijn actie en mijn overtuigingen pas met elkaar in het reine brengen nadat ik het werk van Roxane Gay las. Zij zegt het volgende over feminisme in haar essaybundel Bad Feminist: “Feminism is flawed, but it offers, at its best, a way to navigate this shifting cultural climate”. Waarna ze het label bad feminist omarmt als geuzennaam, als erkenning van haar eigen tekortkomingen als mens maar vooral als kompas om de wereld van nu beter te begrijpen.
Dit feministisch kompas behoort in onze gereedschapskist nu Netflix een réveil van de prinsessenfilm heeft ingeluid. Door het element ‘Kerst’ toe te voegen, bereikt de prinsessenfilm een nieuwe sublimiteit. Het eerste succes kreeg een vervolg in A Christmas Prince – The Royal Wedding en de stand-alone productie The Princess Switch. De prinsessenfilm met Kerst lijkt hiermee een definitieve comeback gemaakt te hebben.
Een goede prinsessenfilm vertelt een verhaal met een herkenbaar narratief en cliché-elementen (‘tropes’). De heldin laat haar oude wereld achter zich, ontmoet een man, raakt verwikkeld in allerlei perikelen maar uiteindelijk vindt ze haar weg naar de liefde. Een combinatie van slecht acteerwerk, een zwak plot en verschillende tropes (de wijze oude man, een brutaal kind, een kwaaie schoonmoeder) doet de rest. Ik vind dat The Princess Switch hier buitengewoon goed in geslaagd is. Het plot (twee hoofdpersonages die voor twee dagen van leven verwisselen) is flinterdun maar vermakelijk en wordt gedragen door een levendige Vanessa Hudgens. Een sympathieke prins, wat lollige accenten en faux sneeuw zorgen ervoor dat je blijft kijken. Bij andere films zoals The Christmas Prince – A Royal Wedding slaat de balans door naar gewoonweg slecht.
Mijn liefde voor het genre is overigens nooit helemaal weg geweest. De afgelopen jaren heb ik The Prince & Me en The Princess Diaries 2: A Royal Engagement meerdere malen gekeken. Ik geef toe dat Chris Pine hier voor een groot deel debet aan is. Maar ik ben ook gaan nadenken over wat het genre nu typeert en wat het over het feminisme anno nu zegt. Een van de belangrijkste rode lijnen in de verhalen van onze heldinnen is volgens mij het thema overgave. Overgave van hun stem, overgave van hun sociaaleconomische positie en overgave in de liefde.
Overgave
Onze heldinnen leven hun leven, totdat ze in een koninklijke situatie terechtkomen door het ontmoeten van een prins of, in het geval van Mia in The Princess Diaries, doordat ze zelf koninklijk blijken te zijn. Ze hoeven niet meer na te denken over het leven dat ze moeten leiden. Er wordt wel strijd geleverd – zoals door Paige die met haar nieuwe celebritystatus worstelt in The Prince & Me, en ook door Sissi wanneer ze ontsnapt naar Hongarije en onder geen beding terug wil naar Wenen. Amber moet in A Christmas Prince – The Royal Wedding haar (overigens waanzinnig slechte) blog opgeven. De prins op het witte paard is in alle gevallen een stroman van het patriarchaat die de heldin dwingt haar eigen interesses en omgeving op te geven. De vrouw wordt de mond gesnoerd onder het mom van de liefde.
De nieuwbakken prinsessen hoeven hun stem ook niet meer te laten horen. De prinsessenfilms laten het sprookje van het nucleaire gezin herleven. Girl meets boy, en ze hoeven zich nooit meer zorgen te maken over hun carrière of hun inkomen. De prins, of in het geval van Princess Diaries 2 – A Royal Engagementhet eeuwenoude patriarchaat, voorziet in haar sociaaleconomische positie. Uiteindelijk is de liefde dan toch het antwoord. Amber protesteert slechts lichtjes bij het opheffen van haar blog want haar droomprins zegt dat het goedkomt. Paige vlucht van haar prins om haar medicijnenstudie af te maken, maar neemt hem meteen terug als hij de minimale inspanning verricht op haar diploma-uitreiking te verschijnen. De prins bevestigt zijn liefde, en er is verder niets meer nodig.
Bij de prinsessenfilms moet ik ook altijd denken aan de bijbeltekst uit Korintiërs die het nog steeds goed doet op allerhande middelmatige bruiloften: “Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij.” Wij willen allemaal geloven in de helende kracht van de liefde. Overgave en verlossing door de liefde is een centraal thema bij prinsessenfilms. Er zit altijd een belofte van verandering in. Een duidelijk voorbeeld vinden we in The Prince & Me: als Paige Edvard ontmoet, is hij een dickface eerste klas. Door haar helende girl next door vibe, verandert hij binnen het uur in een ideale prins. Ook The Princess Switch en A Christmas Princebeginnen het verhaal met deze trope, al duurt het hier maximaal twee scenes. De witte, rijke, slanke prins lijkt zo snel te veranderen door een soort ingeboren nobelheid die de heldin heeft doen ontwaken. Eventuele nare karaktertrekken verdwijnen als sneeuw (met Kerst) voor de zon.
Escapisme-feminisme
Het genre biedt ons een utopie van hoe de wereld nooit geweest is. De onderliggende boodschap van de prinsessenfilms is echter kwalijk. Mechanismen van vrouwen het zwijgen opleggen, een afhankelijke sociaal-economische positie en de mythe dat je slechte mannen kunt veranderen, worden voortgezet door deze films. Maar slechte mannen veranderen niet, het tweeverdienersmodel is pure noodzaak en echte relaties zijn hard werken. Waarom kan ik deze films dan toch zo waarderen, ondanks dat ik ze ‘doorzie’? De films bieden een uitweg uit de realiteit, iets wat goede verhalen altijd al gedaan hebben. En met een feministisch kompas kun je ongestoord blijven dromen over jouw kerstprins.
Besproken films:
Sissi (1955)
Sissi – Die junge Kaiserin (1956)
Sissi – Schicksalsjahre einer Kaiserin (1957)
The Princess Diaries 2: Royal Engagement (2004)
The Prince & Me (2004)
A Christmas Prince (2017)
A Christmas Prince – The Royal Wedding (2018)
The Princess Switch (2018)
Dit stuk werd eerder gepubliceerd op Feministenland.